Revalidatie na “Anatomische Schouder Prothese”
Algemeen
De ‘totale schouder prothese’ heeft een lagere kans om te luxeren in vergelijking met de omgekeerde schouder prothese. Stabiliteit en mobiliteit is erg afhankelijk van de kracht, integriteit en functie van de rotator cuff (de motor van je schouderprothese) enerzijds en de graad van slijtage van het glenoïd (schouderkom) anderzijds. Als er voor een anatomische prothese wordt gekozen, gaan we ervan uit dat de integriteit van de rotator cuff dus goed is.
Tijdens deze ingreep wordt een tenotomie (doorsnijden) van de subscapularis spier uitgevoerd dewelke op het einde van de ingreep terug wordt gehecht. Het is bijgevolg van cruciaal belang deze pees niet te belasten in de eerste 4 tot 6 weken.
De behandeling is gefocussed op 3 domeinen:
1. Beschermen van subscapularis spier
2. Optimale kracht en functie van de rotator cuff en deltoideus spier
3. Bekomen van maximale functie, zelfstandigheid en levenskwaliteit
Revalidatie
Afhankelijk van botkwaliteit, peeskwaliteit en uitgevoerde procedure kan je revalidatieschema verschillend zijn van hieronder en op je specifieke ingreep zijn aangepast.
Een luxatie gebeurt vooral in die beweging waar de hand van de geopereerde schouder zich achter je rug bevindt. Vermijdt dit dus in de eerste 3 maanden. Wees extra voorzichtig om een hemd-trui-t-shirt of jas aan te trekken, alsook tijdens de badkamer/toilet hygiëne procedures gedurende die eerste 12 weken.
Fase 1: eerste 3 weken na de ingreep.
Oefeningen die thuis worden uitgevoerd. Nog niet naar de kinésist.
Doel:
– Genezing van weke delen (spier, ligament en pees).
– Bescherming van de prothese.
– Minimaliseren van ontsteking en pijn (ijs).
– Maximale gebruik van hand en vingers voor ADL in draagdoek (boterham smeren-snijden).
Voorzorgsmaatregelen:
– Draagdoek continu gedurende eerste 4 weken.
– 4 keer per dag ijs gedurende 15 min per keer.
– Altijd kussentje onder elleboog van geopereerde zijde als je plat ligt.
– Geen actieve mobiliteit!
– Wonde droog en proper houden gedurende eerste 2 weken, nadien mag deze met kraanwater voorzichtig afgespoeld worden.
Oefeningen:
– Liever frequent en kortdurend (5x 7-10 minuten per dag).
– Passieve elevatie tot maximaal 90° m.b.v. katrol of niet geopereerde arm.
– Mobiliseren van elleboog, hand, pols en vingers.
– Pendel oefeningen van schouder.
– Na 2 weken: passieve exorotatie oefeningen tot neutraal.
– Schouder cirkelen.
– Elleboog en polsoefeningen
– Pendelum oefeningen
– Schouderblad oefeningen
– Katrol oefeningen
Fase 2: Van week 4 tem week 6 na de ingreep.
Doel:
– Herwinnen van passieve mobiliteit (vooral elevatie).
– Herwinnen van exorotatie tot voorbij neutraal.
– Herwinnen van endorotatie tot aan bilnaad.
– Controle van pijn en ontstekingsreactie.
Voorzorgsmaatregelen:
– Draagdoek mag overdag (meer en meer) uitblijven, best ’s nachts aanhouden als je een woelige (of buik) slaper bent.
– Niks zwaarder optillen dan een blikje frisdrank van 33cl.
– Geen plotse krachtige bewegingen (bv. vlieg wegslaan).
– Nog steeds ijs na oefeningen.
Oefeningen:
– Continueren met katrol, pendel en rotatie oefeningen.
– Start actieve elevatie tot grens met oncomfortabel (geen pijn!). Maximaal 140° passief.
– Start actieve abductie. Maximaal 120°.
– Exorotatie niet verder dan 60° passief.
– Endorotatie oefenen tot aan bilnaad passief.
– Passief mobiliseren van de schouder
– Langzaam opbouwen van geassisteerde exorotatie (linkerarm is geopereerd)
– Elevatie van de schouder (katrol en pendulum oefeningen ook blijven doen)
FASE 3: van week 7 tot 3 maanden na de ingreep.
Doel:
– Blijf oefenen op verbeteren van passieve mobiliteit.
– Gradueel trainen van krachtontwikkeling en uithouding.
– Gradueel herwinnen van dagdagelijkse activiteiten in huishouden.
– Behoud bestaande actieve mobiliteit.
Voorzorgsmaatregelen:
– Geen gewichten zwaarder dan 3 kg.
– Geen langdurige repetitieve bewegingen (strijken, ramen, dweilen, stofzuigen): blokken van 10 minuten.
– Voorzichtig met bovenhoofdse activiteiten.
Oefeningen:
– Behoud van actieve oefeningen. Mobiliseren in zwembad zo mogelijk.
– Stretching van reeds bestaande passieve mobiliteit (endorotatie en elevatie).
– Actieve elevatie kracht: progressief opbouwen te starten met 0.5 kg. in liggende positie. Gradueel opbouwen gewicht en naar zittende positie.
– Als vorige oefening goed verloopt: starten met theraband oefeningen voor exo- en endorotatie.
– Tot 140° elevatie, 120° abductie, 60° exorotatie actief.
– Isometrische flexie
– Isometrische adductie
– Isometrische extentie
– Isometrische rotatie
FASE 4: vanaf 3 maanden na de ingreep: doordrijven krachtoefeningen.
Doel:
– Behoud actieve en passieve mobiliteit en uithouding.
– Verbeteren dagelijkse activiteiten/huishouden.
Voorzorgsmaatregelen:
– Geen abductie en externe rotatie in 1 beweging (smash-opslag).
– Progressief opbouwen op pijngeleide, niet agressief!
– Nog geen schouder belastende sporten.
– Blijf voorzichtig met de zwaardere repetitieve belastingen (strijken-ramen).
Oefeningen:
– Actieve oefeningen in zwembad: progressief opbouwen van belasting.
– Opvoeren van de spier belasting.
– Trainen van de uithouding.
– Herstart schouder belastende sporten vanaf 6 maanden (tennis-volley-basket)
—> Theraband (elastiek)
– Roeien
– Adductie oefeningen
– Interne en externe rotatie tegen weerstand
– Optillen van gewichten